Kruiden in diervoeders kunnen in verschillende vormen aanwezig zijn: vermalen, gedroogd, als extract, enzovoort. Vaak is het onduidelijk hoe deze diervoeders correct moeten worden gelabeld op het etiket. Gaat dit nu om een voedermiddel of toevoegingsmiddel? Dat ontdek je in deze blog. 

Daarnaast maken we je ook wegwijs in het correct noteren van aromatische stoffen volgens het feed additive register.

 

Voedermiddel of toevoegingsmiddel? 

Vermalen of gedroogd 

Kruiden die gedroogd of vermalen zijn, vallen steeds onder de erkende processen van deel B uit Verordening 68/2013 en worden gezien als voedermiddelen.

Deze voedermiddelen kunnen ge-etiketteert worden onder de volgende codes:

  • Producten van de verwerking van planten: 13.1.7
  • Producten van de verwerking van de specerijen en kruiderijen: 13.1.8
  • Producten van de verwerking van kruiden: 13.1.9

 

Extraheren 

Wanneer er gesproken wordt over een extract van kruiden, kan dit zowel over voedermiddelen als toevoegingsmiddelen gaan. Het is het proces en de functie die uiteindelijk bepaalt of het over een voeder- of toevoegingsmiddel gaat

Het proces ‘extraheren’ werd herzien in de gewijzigde Verordening 68/2013 van  04/07/22 en kreeg de volgende definitie: ‘Verwijdering van oplosbare bestanddelen uit een grondstof, met behulp van water of een ander oplosmiddel, door gedeeltelijke of volledige scheiding in vloeibare en vaste fasen, waarbij de resulterende materialen een extract en een of meer nevenproducten van de extractie zijn’.

 

Voedermiddel

Hieruit kunnen we afleiden dat van zodra extracten als voedermiddel worden gelabeld, deze geproduceerd werden via een natuurlijk proces. Deze extracten worden toegevoegd met als functie ‘een bron van eiwitten, koolhydraten, vetten, energie, mineralen of voedingsvezels in de diervoeders’. 

De belangrijkste voedermiddelen uit de extractie zoals oliën, suiker en bietenpulp zijn in veel gevallen al opgenomen in deel C van de catalogus.
 

Toevoegingsmiddelmiddel

Van zodra de diervoeders  geproduceerd zijn via een chemisch proces, spreken we over een toevoegingsmiddel (extract, tinctuur, olie van planten en kruiden). Deze toevoegingsmiddelen vallen onder de categorie ‘aromatische stoffen’ en worden dan ook steeds 

 voor een specifieke functie in het eindproduct.

 

Notatie aromatische stoffen 

Zoals hierboven aangegeven, zijn extracten die bekomen zijn door een chemisch proces toevoegingsmiddelen. Belangrijk is hierbij is steeds te controleren of deze toevoegingsmiddelen overeenkomen met het CAS-nummer dat vermeld wordt in het feed additive register.

Ondanks dat de meeste producten in de groep geen minimum- en maximumwaarden hebben waardoor ze geëtiketteerd worden als ‘mengsel van aromatische stoffen’, kan het soms voorvallen dat deze verplicht geëtiketteerd dienen te worden met naam, identificatienummer en toegevoegde hoeveelheid.

Momenteel wordt de codering van de plantenextracten, tincturen en harsen herzien. In afwachting worden deze na de identificatiecode nog voorzien van de volgende letters:

 

  • Oliën: eo
  • Extract: ex
  • Hars: or
  • Tinctuur: t 

 

Voorbeeld van kurkuma dat al werd herzien:

  • 2b163-eo = Kurkuma essentiële olie
  • 2b163-ex = Kurkuma extract
  • 2b163-or = Kurkuma hars
  • 2b163-t = Kurkuma tinctuur

Om de juiste identificatiecode te gebruiken, moet er dus steeds goed worden gekeken over welk product het juist gaat.

 

Hoe kan AMNorman jou ondersteunen? 

 

Heb je na het lezen van deze blog nog vragen over de correcte codering van kruiden in diervoeders? Let’s meet. Onze Normanisten staan voor je klaar. 

Contacteer ons hier! 

 

  • am norman FEED

Hoe kunnen
we jou helpen?

AM Norman